Arbeidspraktijk onderzoek (APO)
Om arbeidspraktijk onderzoek uit te voeren heeft Annex diverse en gevarieerde plekken ingericht die afhankelijk van de onderzoeksvraag worden ingezet. Het betreft onder meer activiteiten in productie, logistiek, administratie en in de openbare ruimte. De voertaal op de werkplekken van Annex is Nederlands. Alle werkbegeleiders zijn getraind in het toepassen van de methodiek van Taalmaatje en gebruiken deze in de communicatie met de deelnemers op de werkvloer. De methodische aanpak in een APO-traject kenmerkt zich door gebruik te maken van motiverende gespreksvoering, CompetensYs, de Zelfredzaamheid-Matrix (GGD Amsterdam) en indien nodig de inzet van een gevalideerde test. De activiteiten die verricht worden zijn altijd tijdelijk, zonder formele arbeidsverhouding en met behoud van uitkering. Het werken in de praktijk heeft tot doel een compleet beeld van de deelnemer te schetsen. De duur van de plaatsing, alsmede het aantal uren per week, worden per individu bepaald.
Op hoofdlijnen verloopt het proces als volgt:
- Intake- of plaatsingsgesprek met de deelnemer en eventuele begeleider. Tijdens dit gesprek wordt het doel van de plaatsing besproken, het perspectief naar werk bepaald en er worden afspraken op maat gemaakt over werklocatie, uren, duur etc. Afspraken worden vastgelegd in een overeenkomst tussen deelnemer, plaatsende instantie en Annex BV.
- Op de eerste werkdag wordt kennisgemaakt met leiding en collega’s. Daarbij worden veiligheids- en werkinstructies gegeven.
- Afhankelijk van de vraagstelling en het doel van de plaatsing kunnen diverse interventies plaatsvinden. Bijvoorbeeld het inzetten van een medisch onderzoek of diverse testen (zie competentietesten).
- Een advies- of eindrapportage. De inhoud van deze adviesrapportage is altijd geënt op de onderzoeksvraag. Er kan bijvoorbeeld een advies gegeven worden over leervermogen, werkfitheid, werknemerscompetenties, zelfredzaamheid op diverse leefgebieden, begeleidingsbehoefte, reële beroepswens en arbeidsmarktperspectief, etc.
- "Warme" overdracht. Aan het einde van traject worden de resultaten samen met de deelnemer en opdrachtgever besproken. Indien sprake is van een extern vervolgtraject, dan is de nieuwe begeleider ook bij dit gesprek aanwezig.